Voordat ik het volgende verhaaltje ga vertellen, moet mij eerst iets van het hart. Ik ben namelijk een graskakker. Ik poep niet op tegels, asfalt of andersoortige harde ondergrond. Geen klinker wordt door mij bevuild, ik prefereer het genot van kietelende grassprietjes aan de poeperd.
Dat gezegd hebbende, vandaag gingen we naar Venetie. Een prachtige stad bestaande uit baksteen en water…. Je voelt ‘m al aankomen, he.
Maar goed, Pietermans en vrouwtje waren, hand in hand, vol verwachting op al het romantisch dat komen ging. Eenmaal aangekomen zochten we een heerlijk terrasje op aan het water. De tweevoeters deden hun ding, aten een broodje en proosten met veel te dure wijn, en ik kreeg een heerlijke bak Italiaans water. Het geluk straalde van ons af.
Uitkijkend op de deinende gondels in de haven met een zacht pianomuziekje op de achtergrond, bedacht vrouwtje opeens: ‘Waar laten we in godsnaam Yoko uit?’
Weg romantiek.
Eerst sleurden ze me naar een boom. Maar ho, ik gedraag me misschien als een havle kerel, maar ik plas nog altijd als een meisje. Geen opgetrokken poot tegen een boom dus. En toen was daar ineens groen in overvloed. Een schitterende botanische tuin waar allerlei stelletjes elkaar liefdevol in de ogen aankeken. Vrouwtje vond dat ik die prachtige tuin best als openbaar toilet kon gebruiken. Maar daar stak Pietermans een stokje voor.
Google maps werd erbij gehaald op zoek naar een strookje groen waar mijn ontlasting welkom was. Grote parken kwamen te voorschijn, maar bleken binnentuinen achter gesloten hekken te zijn. En toen was daar opeens… een klein veldje waar nog een verdwaalde grasspriet stond. Met plezier plaste ik het laatste sprietje dood en ik was er weer klaar voor om verder te slenteren door de kleine straatjes van Venetie.
Pietermans en vrouwtje drongen er echter sterk op aan dat ik toch ook een grote boodschap moest produceren. Maar waar geen aandrang voor is, wordt er ook niet uitgeduwd. Enige paniek verscheen in hun ogen. Wat nou als die drang even later toch de kop op zou steken? Met het zweet op hun voorhooofd en wanhopig proberend om de romantiek erin te houden, wandelden we schorvoetend verder.
Pieter liep nog net niet met een kakzak in de aanslag zodat hij mijn bolus kon opvangen nog voordat hij de heilige grond van het San Marco plein raakte… Hij weet ook, gemiddeld kak ik namelijk twee keer per dag… dus er zat er nog een in de planning.
De gondel werd ook maar over geslagen. Een dikke drol in het meest romantische bootje van de wereld zou echt voorpagina nieuws worden en dat durften ze niet aan. Volgens mij vonden ze het gewoon te duur en voerden ze mij op als legitime reden om het niet te doen, maar goed.
Een ding snapte ik niet zo goed. Als ik heel nodig moet kondig ik dat doorgaans eerst altijd aan met een paar dikke stinkwinden. En die had ik noch in de winkeltjes, noch op het terras laten ontsnappen.
Eenmaal weer terug op de camping gooiden vrouwtje en Pietermans mij als eerst in het hondenpark waar ik naar hartenlust mijn behoefte mocht doen. Hoopvol keken ze me na, maar na enig heen en weer gesnuffel had ik het gehad en was ik klaar om mijn mandje in te duiken.
Vrouwtje en Pietermans waren nog net niet teleurgesteld, maar keken wel beteuterd.
Eh, ik zei toch dat ik GEMIDDELD twee hopen per dag fabriceerde…? Morgen misschien weer drie…
Ok, ik merk dat het poepgehalte van mijn vakantieverhalen wel erg hoog geworden is, later volgen weer verhaaltjes zonder vunzigheid, maar wel met evenveel plezier!