Omdat wij Addis vrijwel alleen in het busje beleefd hebben, vonden wij het een leuk idee om een ommetje te maken in de buurt. Hemelsbreed betrof het gangetje naar de winkel nog geen 200m, maar het voelde als het tienvoudige. Begeleiders Barbara en Nancy leidden ons weliswaar door, langs, over en via deze steeple-chase, maar het was toch een hele belevenis.
Als we de poort uitstappen staan we meteen al oog in oog met twee ezels. We lopen via een zandweg naar de hoofdstraat. De Ethiopiërs lopen in een grote bocht om ons heen. De wit met rode stok herkennen ze hier blijkbaar wel. Of ze vinden die gehandicapte blanken gewoon doodeng, dat kan ook. Na tien meter proef je de stad. Niet alleen de sfeer, maar ook een dikke laag stof op je tong. Langs de hoofdstraat zijn allemaal kleine winkeltjes, een soort garages van 1,5 bij 1,5 meter waar ik een zakje chips kocht en betaalde met 100 bir (4 euro). Ik kreeg een pak monopolygeld terug waardoor ik mijn portemonnee niet meer dicht kreeg. Drie ‘supermarkten’ verderop steken we een viaduct over waaronder een idyllisch stroompje loopt, oftewel een open riool in het kwadraat. Nu is mijn neus na een week al best getraind, de Ethiopiërs gebruiken hier niet dagelijks Fa en/of Axe, maar dit is weer een nieuwe dimensie van goor. Om over de omgevingsgeuren maar te zwijgen. Vooraf had ik ook beter een roetfilter in mijn ademhalingssysteem kunnen installeren. Maar goed, mijn reukorgaan werd vandaag ook weer op de proef gesteld.
Marrit, Carolien, Barbara en Nancy willen graag een smoothie drinken in de juicebar, een heel gewoon fenomeen in Addis. We steken over, net als iedereen rennen we gewoon tussen het verkeer dat soms twee, maar meestal zes rijen beslaat, door naar de overkant. De Ethiopiërs die niet voor ons aan de kant gaan komen naar ons toe. Om te bedelen, iets te vragen of om ons iets te verkopen. Het open riool ruik ik nog steeds heel sterk, maar de geur wordt aan de overkant van de straat versterkt door een lokale vuilnisbelt. Kokhalzend besluit ik de smoothie even verderop in de juicebar aan me voorbij te laten gaan. Als die doordringende aroma er niet had gehangen moet ik eerlijk zeggen dat ik het ook niet aangedurfd had. Een deelnemer in onze groep – ik noem geen namen – is al flink de klos geweest en heeft de binnenkant van de wc al meer gezien dan hem/haar lief is … Dusssss.
Ook terug rennen we de straat weer over alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Onderweg pikken we een sixpack op. Water wel te verstaan, want een druppel kraanwater kan ook een feestje veroorzaken en ik prefereer om hier het glazuur gewoon in de pot te laten zitten.
Bepakt met flessen water slenteren we ons straatje in. Barbara verstijft. De ezels hebben plaatsgemaakt voor roedel honden waar Cesar Milan wel raad mee weet. Barbara niet echt, ze houdt Ramona’s stok in de aanslag mochten ze het op ons gemunt hebben. Een hondenbijt levert al gauw een tripje naar Kenya op. De kans op hondsdolheid is namelijk aanwezig en – heel handig – Ethiopië heeft geen anti-rabies medicijn. Nancy heeft wel zin in een vliegreisje naar het buurland en ziet mogelijkheden. De honden kijken echter niet op of om en laten ons de stalen hekken ingaan. Een wandeling naar de supermarkt: in Nederland onderdeel van de dagelijkse sleur, in Ethiopië een complete safaritrip.